"*" geeft vereiste velden aan

Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen

De Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen is per 1 november 2021 in werking getreden. Het doel van de wet is om de positie van de landbouwer in de keten te versterken. De wet schrijft voor welke specifieke handelingen onrechtmatig zijn.

Onrechtmatige handelingen

Tot de onrechtmatige handelingen van de afnemer jegens de leverancier behoren onder meer late betalingen (na 30 dagen voor bederfelijke producten, na 60 dagen voor niet-bederfelijke producten), het annuleren van bestellingen van bederfelijke producten op een te korte termijn en het eenzijdig wijzigen van de leveringsvoorwaarden.

Onrechtmatige handelingen, tenzij overeengekomen

Andere handelingen zijn onrechtmatig, tenzij deze schriftelijk zijn overeengekomen. Hiertoe behoren onder meer het retourneren van onverkochte producten aan de leverancier zonder betaling en het verlangen van een vergoeding voor de kosten van opslag, uitstalling, reclame en marketing en het doorberekenen van kortingen bij promotieacties.

Handhaving

De publieke handhaving ligt bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze kan een boete of een andere sanctie opleggen. Leveranciers kunnen zelf vanaf 1 januari 2022 een geschil voorleggen aan de Geschillencommissie Oneerlijke Handelspraktijken Landbouw- en Voedselvoorzieningsketen, ondergebracht bij de Stichting Geschillencommissies voor Beroep en Bedrijf. Een leverancier kan ook direct naar de civiele rechter gaan. Een afnemer daarentegen kan enkel na het doorlopen van een procedure bij de geschillencommissie naar de civiele rechter stappen.

Bron: Overig | wetswijziging | 31-10-2021

Mis niets en blijf op de hoogte van al het nieuws

× Hoe kunnen we je helpen?